Claire Bila’s dagboek 11 november 2014
nov 11
Wow, TNT
Strax om 12h de week afsluiten in het Theo Thijssen museum.
Maar eerst heb ik een “verwen mezelf”- afspraakje bij de “Pink Nails” in de, “hoe heet die ook alweer”-straat?
Ik weet hem te vinden. Goudsbloemdwarsstraat, ik weet het zeker.
Ik weet “precies” waar dat is:
Gewoon in een van die dwarsstraatjes in de Jordaan. Op nummer 1! Dat Zal ik nooit vergeten, daar op de hoek.
Vanmorgen worden de straatjes wel heel veel gedwarsboomd door grote vrachtwagens om te laden en lossen…
Irritant, zeg.
Die vrachtauto’s zijn bullen bakken: ze stinken, maken lawaai, ze staan stil in de binnenstad met de laadbak open.
Ze barricaderen de hele breedte van zo’n straatje… Ik erger me.
Ik heb haast.
Hoe doen ze dat toch in Parijs? Vraag ik me mopperend af.
Ik heb daar jarenlang gewoond in de binnenstad, 1e arronsisement. Daar zijn ook van die schilderachtige kleine straatjes.
Waarschijnlijk mag dat laden en lossen daar gewoon alleen in de nacht, of juist heel vroeg in de ochtend, om 4 of 5h? Ik weet het niet. Ik bedenk dit hardop en geïrriteerd.
Ik heb het niet nagezocht of gecheckt.
Ik heb nu haast.
Shit, daar staat er weer een! Zo’n joekel van een vrachtwagen. Ik word gek.
Hoe laat is het?
Ik worstel me voor de vierde keer over de stoep. Een tegenligger rijdt me ploeterend tegemoet van de andere kant. We “grimlachen” naar elkaar, als begripvolle collega’s, strompelen we door. We zijn even bondgenoten.
Nu moet ik weer langs de laadklep mijn fiets de stoep op tillen en sleur die aan de hand mee. Ik klim er dapper weer op.
Hoe laat is het?
Ik herinner me dat mijn vader een spuughekel had aan mensen die het lef hadden om te laat komen.
“Altijd stipt op tijd Claire, zo hoort het!” hoor ik wijlen mijn vader nog gedecideerd zeggen.
Voor dochters zijn de vaders vaak heilig…
Ik fiets weer even een stukje en kijk weer naar boven. Hoe heette de straat van Pink nails toch ook alweer?
Ik heb zo’n “muliple choice” geheugen. Een van de vier is goed. Meestel is het nog kiezen tussen twee en dan (meestal) raak!
Die prachtige kleine Jordaan straatjes, ik blijf ze door elkaar halen. Zo stom.
Nu ben ik wel vlakbij, dat weet ik.
Ik kijk weer omhoog zoekend naar straatnaambordjes.
Nee, ik herken het niet. Nummer 1 op de hoek, waar is het. Stress.
Ja, de Goudsbloemdwarsstraat! Op nummer 1.
Of gewoon de Goudsbloemstraat?
Ik kijk weer omhoog naar de,
Shit weer een vrachtwagen.
Laden lossen.
Ik kan er niet langs.
Onmogelijk.
Moe in mezelf vechtend zet ik door, verdomme.
Ik stap van mijn fiets, til de fiets langs de kolossale auto. Ik stap weer op en zoek naar de hoger hangende straatnaambordjes en fiets door.
Dan zakt door de tijdsdruk aangemoedigd, de schouderband van mijn leren tas naar beneden. De zwaartekracht trekt mijn tas gretig tussen de spaken….
Ik val met fiets en gezicht op de straat neer.
Bloed gutst en spuit in het rond.
Twee dames van de TNT post slaan mijn gestuntel gade. Multifunctioneel halen ze direct een zakdoekje tevoorschijn om het bloed te stelpen. Onthutst kom ik weer bij.
“Ik zou maar even bij de huisarts langs gaan”.
“Ja, misschien.”
Alles in deze tekst is fictie. Niets uit deze tekst mag zonder goedkeuring van de auteur worden overgenomen ©